Installatie van de HiSPARC electronica¶
De HiSPARC II elektronica kan in twee configuraties toegepast worden:
- een enkele ‘Master’ unit voor het uitlezen van twee skiboxen.
- Een Master- in combinatie met een ‘Slave-unit’, geschikt voor een detectiestation met vier scintillatieplaten.
Opstelling met twee skiboxen¶
De HiSPARC II Master elektronica (Vooraanzicht master) integreert snelle signaalverwerking, conversie van twee analoge signalen afkomstig van de fotoversterkerbuizen naar digitaal formaat, en een precisie GPS, in één behuizing. De Master verstuurt zijn data via een USB verbinding aan de achterzijde (aansluiting aan de linker kant in (Achteraanzicht master) naar de data acquisitie (DAQ) pc. De rechter USB aansluiting (onder de connector voor de GPS antenne) is voor directe communicatie tussen GPS en GPS monitorprogramma. Deze verbinding is uitsluitend voor het verifiëren en/of aanpassen van de instellingen van de GPS. In tegenstelling tot de oudere elektronica, wordt de HiSPARC II unit nu volledig bestuurd vanaf de DAQ computer. Op deze pc draait een programma dat geschreven is in LabVIEW. Er is een uitgebreide handleiding (Data Acquisitie Gebruikers Handleiding) beschikbaar die de gebruiker inzicht geeft in zowel het instellen van de GPS als de diverse opties die het HiSPARC II besturingsprogramma biedt. Het LabVIEW programma is verantwoordelijk voor het verzamelen en tevens het doorsturen van de meetgegevens naar een locaal buffer op de harde schijf van de data acquisitie pc. De gegevens in deze locale buffer worden regelmatig door een tweede programma – dat onafhankelijk van het LabVIEW programma draait – naar de centrale (MySQL) database bij het Nikhef in Amsterdam gestuurd. In de nabije toekomst wordt er ook een mogelijkheid gecreëerd om de gegevens van het station voor analyse op te slaan in een locale database. De analyse software kan de gegevens uit zowel de centrale als de locale database verwerken.
Opstelling met vier skiboxen¶
Om vier scintillatie detectoren uit te kunnen lezen, moet een tweede HiSPARC II unit aangesloten worden. Echter, deze unit – de Slave – (Vooraanzicht slave) bezit geen GPS maar is verder identiek aan de Master. Aan de achterzijde is dan ook geen aansluiting voor een GPS-antenne aanwezig (Achteraanzicht slave).
De Slave wordt via twee korte UTP kabels (kruislings, de lengte mag niet veranderd worden!) verbonden met de Master unit (Master-Slave combinatie). Master en Slave versturen hun data dus over aparte USB verbindingen (voor beide units is dit de linker connector aan de achterzijde).
Monitor en controle¶
De HiSPARC besturingssoftware biedt bovendien de optie om de status van de detectoren en pc’s op afstand via internet te controleren (Nagios).
Deze status overzicht pagina is te vinden via deze link:
Selecteer vervolgens een van de stations in het scherm om in meer detail te zien wat de status is van dat station. De clustercoördinatoren hebben bovendien de mogelijkheid om de instellingen van de detector via een ‘virtual private network’ (VPN, VPN diagram) op afstand te wijzigen. De toegang tot de pc’s biedt de mogelijkheid om snel en efficiënt kritische instellingen te veranderen en software updates door te voeren.